Is uw woning geschikt voor een warmtepomp?

Een warmtepomp willen is één ding, maar is die warmtepomp geschikt voor uw woning? Een warmtepomp plaatsen is vaker mogelijk dan gedacht. In dit artikel komt u er meer over te weten.

Of u een warmtepomp in uw woning kunt plaatsen, is afhankelijk van diverse factoren. De belangrijkste zijn de isolatie van uw woning, voor een groot deel bepaald door het bouwjaar, uw verwarmingssysteem en het eventueel aanwezige ventilatiesysteem.

Isolatie van uw woning

Een van de belangrijkste factoren die bepalen of een warmtepomp geschikt is voor uw huis, is de isolatiewaarde:

  • Niet of slecht geïsoleerd: een warmtepomp in uw woning heeft helaas weinig zin. Doordat de benodigde verwarmingstemperatuur zeer hoog is, is het rendement van een warmtepomp in uw woning minder hoog, waardoor ze dan ook afgeraden wordt. Ook zou er in dit geval een warmtepomp nodig zijn met een groot vermogen, wat ze duurder maakt.
  • Matig geïsoleerd: in dit geval is het wat lastiger om een warmtepomp in uw woning toe te passen. Vaak is het benodigd vermogen redelijk hoog, waarbij een zwaarder type warmtepomp vereist is, en meestal is voor uw verwarmingssysteem een hoge temperatuur nodig, wat ongunstig is voor het rendement van de warmtepomp. Bekijk of er meer isolatie mogelijk is om een warmtepomp geschikter te maken voor uw woning. Luk dat? Dan is een hybride warmtepomp, een warmtepomp in combinatie met een ketel, waarschijnlijk een goede optie.
  • Goed tot zeer goed geïsoleerd: een warmtepomp is goed toepasbaar in uw woning. Het is natuurlijk nodig om het complete plaatje te bekijken, dus ook andere factoren spelen nog een rol. Maar over het algemeen kunt u kiezen voor een all-electric variant zonder stookketel, of een hybride installatie, waarbij de stookketel nog (even) blijft hangen.

Hoe weet u of uw woning goed geïsoleerd is?

Door naar het bouwjaar van uw woning te kijken, kunt u in principe iets zeggen over de isolatiewaarde ervan, zoals hierboven vernoemd. Het kan zijn dat uw woning intussen voorzien is van dubbelglas, (spouw-)muurisolatie of dakisolatie. Dan is de isolatiewaarde alweer een stukje beter.

  • Gebouwd tussen 1930 en 1975: de woningen zijn bij de bouw niet goed geïsoleerd, maar waarschijnlijk is er wel een spouwmuur aanwezig die u kunt isoleren, zeker met een bouwjaar in de jaren ’60-’70. De eerste stap in de verduurzaming, is het verbeteren van de isolatie van de woning.
  • Gebouwd tussen 1976 en 1985: de huizen zijn bij de bouw matig geïsoleerd. Vaak is er beperkte spouwmuurisolatie of dakisolatie. Dubbelglas is soms toegepast, maar dikwijls alleen in de woonkamer.
  • Gebouwd tussen 1986 en 1992: de huizen zijn bij de bouw redelijk goed geïsoleerd. De woonkamer is meestal voorzien van dubbelglas. Een hybride, lucht/water of ventilatielucht/water warmtepomp in woningen uit deze bouwperiode is heel goed mogelijk.
  • Gebouwd na 1992: bij de bouw zijn deze huizen goed tot zeer goed geïsoleerd. Door steeds strengere eisen, bijvoorbeeld door de steeds striktere EPB-berekening, is de isolatiewaarde van onze woningen in de loop van de jaren steeds beter geworden. Hoe jonger de woning, hoe beter de isolatiewaarde.

Welk type verwarmingssysteem heeft u?

De tweede belangrijke factor die bepaalt of er een warmtepomp in uw woning geplaatst kan worden, is het type verwarmingssysteem, met name het ‘afgiftesysteem’: de radiatoren, convectoren, vloerverwarming of een combinatie van deze systemen. Check hier welk type verwarmingssysteem het meest warmtepomp-geschikt is. Wat goed is om weten: hoe lager uw verwarmingstemperatuur kan zijn, hoe beter voor het rendement van de warmtepomp.

  • Radiatoren: er zijn veel soorten radiatoren, waarbij er bij de bouw van een woning dikwijls vanuit werd gegaan dat ze verwarmd worden met een stookketel of gas of mazout, die 80°C kan leveren. Als de isolatie van de woning in de loop van de jaren verbeterd is, bijvoorbeeld door dubbelglas of spouwmuurisolatie, zijn de radiatoren als het ware ‘overgedimensioneerd’, en kan de woning ook op temperatuur worden gehouden met een lagere centrale verwarmingstemperatuur, bijvoorbeeld 50 of 60°C. Hierbij komt nog dat men bij de bouw rekening hield met het feit dat de cv-ketel ‘s nachts uit zou staan, de zogenaamde nachtverlaging van zo’n 4°C, waarbij de radiatoren ‘s ochtends extra warmte moeten leveren om de woning snel op te warmen. Als de woning goed geïsoleerd is, is deze nachtverlaging niet langer zinvol. En als de woning ‘s nachts niet veel afkoelt, moeten de radiatoren ook niet meer voor een snelle opwarming zorgen ‘s morgens.
  • Door kennis van de radiatoren, de isolatie van de woning en eventueel een test waarbij u de centrale verwarmingstemperatuur op de stookketel verlaagt wanneer het vriest, kunt u bepalen hoe laag de cv-temperatuur kan zijn zonder dat u kou lijdt. Het is ook mogelijk om onder de radiatoren een hiervoor bedacht ventilatorsysteem te plaatsen, om hun vermogen te vergroten.
  • Convectoren: ook hier geldt dat er veel soorten zijn. Het grootste verschil is dat sommige uitgerust zijn met een ventilator en andere niet. Convectoren zonder ventilatoren, die vroeger voor grote ramen in de vloer geplaatst werden, hebben vaak een hoge verwarmingstemperatuur nodig, tot zelfs 80°C. Deze leveren bij een lage aanvoertemperatuur te weinig warmte en zijn daarom niet geschikt voor een warmtepomp. Er zijn tegenwoordig ook convectoren op de markt die met behulp van een kleine ventilator ook veel warmte leveren als de cv-temperatuur slechts 35°C is. Deze lage temperatuur-convectoren zijn wel geschikt voor een warmtepomp. Vervanging van een aantal gewone radiatoren door deze convectoren maakt een verwarmingssysteem sneller warmtepomp-geschikt.
  • Vloerverwarming: deze is zeer geschikt voor verwarming met een warmtepomp in uw woning, omdat de benodigde cv-temperatuur erg laag is, bijvoorbeeld 35°C. Er zijn verschillende types vloerverwarming. Het is daarom wel belangrijk om te weten of het systeem ontworpen is als hoofdverwarming of als bijverwarming. Het verschil zit hem in de onderlinge afstand tussen de buizen in de vloer. Bij hoofdverwarming zitten ze dichter bij elkaar dan bij bijverwarming. Wanneer u vloerverwarming als bijverwarming hebt, zijn er vaak nog een paar radiatoren toegevoegd.
  • In veel huizen is er op de benedenverdieping vloerverwarming en zijn er op de bovenverdiepingen radiatoren. Vaak is de gewenste temperatuur op de slaapkamers ook wel lager dan in de woonkamers, waardoor een warmtepomp in zo’n woning toch al snel een prima oplossing is, in een hybride opstelling of zelfs all-electric. Denk hierbij ook aan het beperken van de nachtverlaging, ook op de bovenverdiepingen, en vervang eventueel een paar radiatoren door grotere exemplaren.

Heeft u een ventilatiesysteem?

In elke woning is een bepaalde vorm van ventilatie aanwezig. Dat is nodig om frisse lucht te kunnen inademen en om vocht uit de woning af te voeren. In de loop van de tijd werden 3 verschillende technieken min of meer frequent gebruikt. Als er mechanische ventilatie aanwezig is, biedt dit mogelijkheden voor toepassing van een warmtepomp die ventilatielucht als bron gebruikt. Zeker indien het over appartementen gaat. U heeft in deze toepassing dan ook geen buitenopstelling nodig.

  • Natuurlijke ventilatie, ook wel ventilatie type A genoemd. In oudere woningen is er meestal sprake van natuurlijke ventilatie. Door roosters boven de ramen of onderaan de deuren, kieren en spleten, en door ramen open te zetten, wordt de woning voorzien van verse lucht. Deze manier van ventileren biedt door het ontbreken van luchtkanalen beperkte toepassingsmogelijkheden voor een ventilatiewarmtepomp, maar u kunt wel een warmtepompboiler plaatsen die werkt met buitenlucht.
  • Ventilatie met een toestel, de mechanische ventilatie-unit ook wel type C genoemd. Deze manier van ventileren biedt mogelijkheden voor toepassing van warmtepompen die functioneren op ventilatielucht. Voor de waterverwarming, de centrale woningverwarming, of voor beide, kan de warmtepomp warmte terugwinnen uit afgevoerde ventilatielucht. Afhankelijk van het benodigde vermogen kan ze eventueel in een hybride opstelling geplaatst worden, samen met een stookketel. Maar er bestaan ook ventilatiewarmtepompen met een vermogen van 5 kilowatt die bijvoorbeeld een appartement voorzien van ventilatie, warm water en centrale verwarming.
  • Ventilatie met warmterecuperatie of type D. Met behulp van een kruisstroomwisselaar wordt warmte uit de afgezogen lucht teruggewonnen en weer in de vers aangevoerde lucht gestopt. Ook bij deze vorm van ventilatie is een warmtepomp geschikt. De beste oplossing is in dit geval een moderne ventilatielucht/water warmtepomp, die in de plaats van de ventilatie-unit de warmte uit de afgezogen lucht haalt, voor de centrale verwarming en het warm water. Zowel in nieuwbouwwoningen als in bestaande woningen kan dit type warmtepomp toegepast worden voor een zeer compacte opstelling.

Op de hoogte blijven van duurzaam verwarmen?

Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks het laatste nieuws omtrent de laatste innovaties op het gebied van duurzaam wonen en andere voor jou interessante onderwerpen. Vul je gegevens hieronder in.

This is not correct
This is not correct
This is not correct

Hartelijk dank voor je registratie.

We hebben je zojuist een mail gestuurd ter bevestiging van je inschrijving. Je ontvangt maandelijks een nieuwsbrief met de meest actuele onderwerpen op het gebied van duurzaam wonen. Je kunt je uiteraard op elk gewenst moment weer uitschrijven via een link in de mail.